Op de provinciale weg zat het busje ineens op mijn bumper. De bestuurder had haast, want hij haalde in, ondanks een tegenligger. Ik moest remmen om hem ruimte te bieden. Hij scheurde direct naar de bumper van de volgende auto. twee kilometer lang veroorzaakte hij vijf bijna-ongelukken. Bij het volgende stoplicht stond ik achter hem. Heb je opmerkingen over mijn rijstijl, bel, las ik. Het stond er niet maar ik hoorde de vervolgopmerking in mijn hoofd. ‘Ik kom naar je toe en ros je in elkaar.’