De bladwijzer geeft
aan waar je gestopt bent.
Je kunt het boek zo oppakken en verder lezen.
Je slippers staan klaar.
Je kunt je pyjama zo aanschieten.
Alleen je koffie is koud.
Maar, geen paniek, ik zet wel verse,
als je terug komt.
Ik wil dat je terugkomt.
Wanneer kom je terug?
En ik weet…
Ik weet…
Toen mijn moeder overleed was zo ook in een boek bezig. Ik herinner me hoe enthousiast ze er voor het ongeluk over vertelde. Fijn dat dit beeld in dit gedicht voorkomt