In de grijze, grauwe,
koude ladenkast
van de maatschappij
ben ik niet meer
dan een dossier,
een schim op papier,
een getal in het
patiëntvolgdossier;
een luchtspiegeling.

Alles over mij wordt
genoteerd; met wie ik bel,
met wie ik mail,
wat ik op Facebook schrijf.

Ik heb geen recht op
een schaduwbestaan.

Ik ben de weerspiegeling
van een vergissing
in het dossier.

Ik ben een banneling in
het oneindige en moet
uit het hoofd en het hart
een huis voor mezelf bouwen.