Grootsch en meeslepend wil ik leven
samen met het vrouwengespuis in
dit stinkende, rottende knekelhuis.

 

Dus niet als Hendrik Marsman,
die op de fiets naar de kermis in Groet
ging en misselijk in de draaimolen werd.

 

Hemingway was toen verslaggever
in de Spaanse Burgeroorlog of voerde
Scott Fitzgerald dronken in Parijs.

 

W.F Hermans, die nooit masturbeerde,
niet omdat hij bang was blind te worden,
maar voor hem was het alles of niets.

 

Grootsch en meeslepend wil ik leven.
Daar sta ik dan in dit keldertje, met een
stapeltje papieren in mijn trillende handen.

 

Misselijk en toch geen draaimolen te zien.