Ineens liep een man naast me in het winkelcentrum. Hij belde met zijn baas. ‘Ik heb doorgegeven dat ik vandaag niet kom. Ik ga zaterdag op vakantie en moet nog pakken. Bovendien heb ik om elf uur een verhoor.’ Hij babbelde verder over zijn reis. Ik hoorde een scherpe stem. ‘Ja, dat zei ik een verhoor.’ Hij luisterde even. ‘Ja, natuurlijk, een politieverhoor.’ Hij maakte een gebaar naar mij: sommige mensen begrijpen ook niets. Ik rolde met mijn ogen.