Ik heb een propedeuse filosofie, naast mijn afgeronde studie geschiedenis. Tot mijn verbazing vond ik wetenschapsfilosofie het meest interessante vak. Er zijn boeiende theorieën over de manier waarop wetenschap zich ontwikkelt. Op voorhand klinkt het niet al te sexy…

Karl Popper had een boeiend verhaal. Hij meende dat wetenschappers een visie op de werkelijkheid ontdekken. Die schrijven ze op. Er zijn goede verhalen en die worden gefalsificeerd. Anderen sneuvelen op het slagveld van de kennis. Is er eenmaal een gat in een theorie geschoten, dan ontwikkelen wetenschappers een nieuw paradigma en begint het lieve leven opnieuw.

Paul Feyerabend betoogde dat dit verhaal gelul was. Hij meende dat wetenschappers gewoon maar wat aan klooiden. Ze stommelden wat rond en vonden soms een mooi verhaal en soms kwamen ze een baggerthesis. ‘Niet erg,’ vond Feyerabend. ‘Maar geef dat nou gewoon maar toe. We kloten moedig verder en geen enkel probleem.’

Die stelling werd niet erg populair onder wetenschappers. Feyerabend had het vooral op de medische wetenschap voorzien, aangezien als men een proef doet, elke keer hetzelfde resultaat moet volgen. Anders is het geen wetenschap. Inderdaad in die strikte zin is geschiedenis geen wetenschap. Niet dat ik er wakker van lig.

Bij medische wetenschap is van falsificatie geen sprake. Medicijnen werken bij de een heel anders dan ben een ander. En nu is er ook nog een bijdehante arts, die heeft verzonnen dat het mannelijk lichaam anders werkt dan het vrouwelijk lichaam. Je meent het toch niet, waar zaten die wetenschappers al die tijd met hun hoofd?

Deze lasterlijke taal van de filosoof konden de medici natuurlijk niet over hun kant laten gaan. Paul Feyerabend mocht zijn visie op een congres zijn toelichten. ‘Jullie zijn erger dan de inquisitie,’ begon Feyerabend. ‘Jullie zijn overtuigd van jullie gelijk en iedereen die anders denkt moet op de brandstapel.’ Dat was genoeg om toehoorders vreselijk boos te maken.

‘Als je kanker krijgt, kom je wel naar ons,’ zei een geleerde heer. ‘Niks hoor,’ was het antwoord. ‘Dan zoek ik een serieuze therapie; een medicijnman of een voodoodokter.’ Daarna maakte hij zich uit de voeten voor hij de brandstapel op ging.