‘Bent u de stadsdichter?’ vroeg de bibliotheekmedewerker. De computer deed niet wat ik wilde. ‘Ik herken uw naam.’ Ik zei dat ik gestopt was, maar inderdaad. ‘O,’ zei ze. ‘Voor de livestream van onze bibliotheek, lees ik gedichten voor: Annie MG Schmidt, Willem Wilmink en nu ben ik aan u toe.’ Ik mompelde iets over een grote eer. ‘Wat leuk dat ik er nu ook een gezicht bij heb,’ verklaarde ze. En o ja, ik droeg een mondkapje….