Studio Sport journalist Heinze Bakker is gisteren overleden. Hij gaf vooral commentaar bij schaatsen en tennis.
Als ik naar het winkelcentrum rijd, passeer ik zijn huis. Ik heb hem geïnterviewd voor de plaatselijke krant. We zaten samen in het bestuur van het Sportgala in Leusden.
Onze eerste ontmoeting herinner ik me het beste. Op een maandagmiddag kreeg ik een telefoontje dat bij auto importeur Pon de overdracht van de ploeg voor de Olympische Winterspelen zou zijn. Rintje Ritsma was één van de deelnemers, ja, het is een tijd geleden. Heinze liep daar ook rond en kwam ineens op me af. ‘Jij bent van de Leusder Krant,’ zei hij. Ik knikte. ‘Wie schrijft toch die bijzondere columns over sport?’ vroeg hij. Ik moest glimlachen.
Ik was een paar maanden sportverslaggever voor de krant. Eén van mijn taken was een column over Leusdense sport te schrijven. Voor ik die vraag kreeg, merkte ik op de sportvelden al dat die column veel gelezen werd en dat iedereen liep te mopperen op de auteur. Ik wist niet of ik columns kon schrijven en ik had geen zien in eindeloos gemekker, dus schreef ik de column onder het pseudoniem Koen Koster. Ik vertelde Heinze dat ik de schrijver was. Hij glimlachte en maakte me een paar complimenten. Een paar jaar later werd een column uit de Leusder Kran door Dolf Jansen,  Jack Spijkerman, Henk van Gelder en Jan Boerstoel uitgekozen voor het Nationale Tekstschrijvers Concours. Erik van Muiswinkel droeg hem voor.
Ik zal hem missen.