De man en de vrouw vroegen de medewerkers van de reformzaak om advies. Ze wilden iets hebben om zenuwen te bedwingen. De medewerkster liet een middel zien.
‘Hoeveel kost het?’ vroeg de vrouw.
‘24,55,’ antwoordde de medewerkster.
‘24,55,’ bromde de vrouw.
‘24,55,’ herhaalde de man. ‘Ik moet naar de bank.’
‘Hoeveel zitten er in een verpakking?’
’60.’
’60,’ peinsde de vrouw.
’60,’ herhaalde de man.
‘Maar werkt het?’ De vrouw keek ineens sluw. Dit was zonder enige twijfel een strikvraag.
‘Je wordt er rustig van en krijgt meer inzicht,’ zei de medewerkster.
‘Meer inzicht,’ zei de vrouw.
‘Meer inzicht,’ mompelde de man.
Het middel leek mij bij uitstek geschikt voor dit stel.
‘Ik moet nadenken,’ verklaarde de vrouw.
Nadenken,’ constateerde de man.
‘Hoe werkt het middel?’ vroeg de vrouw. Hetzelfde antwoord volgde.
‘Hoeveel zitten er in de verpakking?’
’60.’
’60.’
’60.’
‘Hoeveel kost het?’
‘24,55.’
‘24,55.’
‘24,55. Ik moet naar de bank.’
‘U kunt ook pinnen.’
‘Ik moet nadenken’, zei de vrouw.
‘Nadenken,’ zei de man.
En ik ben niet gaan krijsen…