Dit voorval zal niet de nieuwe biografie van Louis van Gaal gehaald hebben. Ajax speelde een oefenwedstrijd in Barneveld als voorbereiding op het seizoen dat ze de Champions League wonnen. Mijn vader en ik gingen kijken. We liepen gezellig door de plassen – het stroomde – en letten verder niet zo goed op. Ineens botste mijn vader tegen een man aan: Louis van Gaal. Van Gaal was bijzonder boos en zei: ‘Kun je niet uitkijken?’.  Mijn vader wierp hem een geringschattende blik toe en zei: ‘Ik kom van rechts. Jij moet opletten.’ Van Gaal riep: ‘Ik ben de trainer van Ajax’. Dat maakte niet voldoende indruk. ‘Dus?’ vroeg mijn vader.
Vanaf dat moment kon Van Gaal geen goed meer bij hem doen. Dan zei ik: ‘ze spelen best goed voetbal’. ‘Eigenwijze man,’ zei mijn vader, die zelf ook best eigenwijs was. Hij kon slecht tegen eigenwijze trainers. Peter Bosz vond hij ook vreselijk. Maar die is ook best eigenwijs, natuurlijk. Ik mis mijn vader en de kans om hem nog een beetje te plagen met eigenwijze trainers.