De voetballer Berry Powel werd 40 jaar. Hij speelt nog bij GVVV. Hij speelde in de Eredivisie en in Spanje. Ik zag hem spelen, toen hij nog erg jong was. Berry Powel maakte zijn debuut als senior-voetballer bij Roda’46 in Leusden. Ik was in die tijd verslaggever bij de Leusder Krant en was getuige van een onwaarschijnlijk verhaal.

Roda-zaterdag was het jaar daarvoor gedegradeerd en stond aan het randje van de afgrond. Tegen Eemdijk moesten de Leusdenaren winnen om een kans te houden. Na een uurtje stonden ze thuis met 0-3 achter. Het was een kansloze missie. Het elftal was dood en begraven. Op de bank zat een A-junior, die de hele tijd tegen de trainer zei: ‘Zet mij er in. Ik scoor vier keer voor je.’ Uiteindelijk luisterde de coach, waarschijnlijk uit pure, onversneden wanhoop. Powel kwam in het veld en schoot de ballen uit alle hoeken en standen binnen. Daarna liep hij ontspannen het veld af, of er niets bijzonders gebeurd was.

De laatste wedstrijd moest Roda zich veilig spelen in Zeewolde. Het veld was open, geen tribunes en in de polder stond geen boom om de wind te breken. Het stormde, het hoosde, het hagelde. Geen omstandigheden voor Leusdense voetballers, die van zonneschijn en een kalm briesje houden. In de tweede helft moest Powel de meubelen komen redden. Hij zette een speler vrij voor de keeper, die gelijk maakte. Dat was niet voldoende. De vele supporters wachtten op het moment van Berry Powel.

Dat kwam kort voor tijd. Op een meter of veertig van het doel, maakte Powel de bal vrij en schoot de bal tamelijk achteloos dwars door de storm in de kruising. Daar stond hij dan met zijn armen in de lucht: Berry Powel, de redder van Roda-zaterdag. Niemand kon zijn ogen geloven.