Maastricht, Amsterdam, New York, Miami, Los Angeles. Veel steden doen het, dus zal het wel een goed idee. Maar ik vind het een rare gedachte om je stad te promoten als plek waar de misdaad tiert. Ik bedoel in Flikken Maastricht; hoeveel doden en verkrachte kinderen zijn daar wel niet. Midsomer bestaat niet echt, maar daar wil je echt niet gaan logeren. De afgehakte ledematen vliegen je om de oren.
Toch is het een vorm van city-marketing. Steden betalen tv-producenten om series over hun stad met veel lijken op de beeldbuis te brengen. Mensen zien een afgehakt hoofd op de Willemsbrug liggen en zeggen tegen hun vrouw: ‘dat moeten we eens in het echt zien’. En dan komen ze daar, is er een hoof te bekennen en is er alleen een brug.
Schijn en werkelijkheid lopen in deze gevallen ernstig door elkaar heen. Neem nou het Zweedse stad Ystad van de onfortuinlijke inspecteur Wallander.  De man heeft suikerziekte, wordt dement, is gescheiden, meisjes steken zich in de brand als ze hem zien, er spoelen criminelen met weggebrande tongen aan, vrouwenhandel, verkrachting, computer-hacking, het overkomt hem allemaal. Wallander bestaat niet, Ystad wel. Voor de goede inwoners van het plaatsje is het maar gelukkig dat het een stuk minder gewelddadig is dan de boeken en de films.
Het plaatsje trekt veel bezoekers, die in een café aan het tafeltje van Wallander het taartje willen eten, dat de man at. Nou wordt dat dus in een boek beschreven, dus is het niet ‘echt’, maar het tafeltje staat er en de taart kun je gewoon kopen. Dat van die moorden geloven de lezers niet, maar dat taartje wel. Mensen zijn wonderlijke wezens.