Ik kijk op dit moment veel oude films. In veel klassiekers speelt James Stewart prachtige rollen. Hij was een lange, alledaagse man met een vriendelijke uitstraling. Hij werkte met Hitchcock, Capra en Wilder en acteerde met Kim Novak en een hele rits andere beroemdheden. Hij speelde in de laatste film van John Wayne. Zo’n gast dus. Hij won een een Oscar en kreeg een ere-Oscar. Je hebt hem gezien in ‘Rear window’, ‘Vertigo’ of ‘It’s a wonderful life’. Als je hem op het scherm ziet, stel ik hem thuis voor met een gietertje tussen de tuinkabouters. Een man om bij te schuilen in tijden van driegend onheil.
Ik wilde meer over hem weten. Uiteraard een moeizaam begin van zijn carrière. want dat hoort er bij. In 1941 speelde hij in een anti-naziflim. Dit schiet niet op, dacht hij. En hij werd oorlogsvlieger, die moedig meehielp nazi-Duitsland in puin te gooien en veel medailles kreeg. Toen die klus tot tevredenheid geklaard was, maakte hij it’s a wonderful life. De film flopte, maar werd later een klassieker. Daarna bleef hij filmen en als het vaderland hem riep bommen op de vijand gooien. Zijn laatste oorlogsvlucht was in Vietnam in 1968. Hij was toen brigade-generaal.  Uiteindelijk ging hij met pensioen en werd hij een gepassioneerd dichter. Die gedichten zou ik graag willen lezen, maar vooral zijn voordracht. Hij sprak verlegen, omdat hij stotterde.