Vanavond keek ik naar een aflevering van Wallander. Daarna liep ik mijn slaapkamer binnen, keek naar buiten en zag de regen naar beneden kletteren. Het lijkt wel vakantie, dacht ik. En ik wist ineens waarom ik de laatste jaren niet meer ga. Mijn eerste boek van Mankell over de ongelukkige rechercheur las ik op vakantie in Mechelen. Het was koud, de regen stroomde. Ik zat onder een afdak en keek hoe het water tussen mijn schoenen spoelde. Het was eigenlijk best een vrolijke herinnering. Op zondag gingen we altijd brunchen in een restaurant, waar mensen de eerste communie van hun kind vierden. Merkwaardig genoeg bleef er altijd een aantal stoelen leeg. Halverwege de maaltijd kwamen de laatkomers schoorvoetend binnen. Na een paar minuten begon de vrouwen et schreeuwen en de mannen te huilen. Ach, de dagen van mijn jeugd. Ik las die vakantie ook Grote verwachtingen. De regen ging maar door.