‘Moet je je roman herschrijven?’ vragen mensen mij regelmatig op een toon of ik zonder verdoving een wortelkanaalbehandeling moet ondergaan. Ik antwoord dan naar waarheid dat ik het leuk vindt: herschrijven. Een schrijfmaat van me begint te jubelen als ze het woord herschrijven hoort.
Sommigen vinden de gruwel van het idee van herschrijven niet afschuwelijk genoeg. ‘Hoe vaak heb je de roman herschreven?’ vragen ze dan huiverend van vrees en genot over de ellende die ze zullen horen. Zij verwachten een keertje of drie. Ik zeg dan dat het erg meevalt. ‘Ik heb 25 verschillende versies van de roman in mijn computer staan. En een paar duizend pagina’s aantekeningen,’ voeg ik dan nonchalant toe. Mijn gesprekspartners vinden het te gruwelijk voor woorden.
Maar ach, Jacques Brel schreef 18 verschillende versies van zijn liederen. Springsteen maakte 35 versie van ‘Racing in the street’. De scenarioschrijver van Litte Miss Sunshine maskte 124 versie van zijn script. Het is een aparte sensatie om je eigen teksten door te lezen en af en toe ontmoedigd te zuchten. Wie heeft dit nou weer bedacht, vraag ik me vertwijfeld af. Soms is het schrappen of toevoegen van een zin of een woord voldoende om de scene te laten lopen. Dat is zo’n lekker gevoel. John Irving zei ooit: ‘Ik kan niet schrijven, maar geweldig herschrijven’. Dat vind ik een troostrijke gedachte.