De man laadde bij de kassa van de supermarkt zijn kar uit. Hij keek of hij net gehoord had dat zijn moeder overleden was. Gelukkig, hij had gezelschap van twee dochters. Twee mensjes in peuterformaat, die mij graag wilden uitleggen hoe de wereld in elkaar stak. Ze zwaaiden naar me en juichten toen ik terug groette.
‘We zijn voor je,’ sprak de oudste, die als een pas geboren lammetje rond dartelde. ‘Ik zie het,’ zei ik. ‘Er is geen plek voor jouw boodschappen, want papa legt de band helemaal vol.’ Ik knikte. ‘Papa heeft een hekel aan boodschappen doen,’ ging ze verder. ‘Ik zie het,’ antwoordde ik. Papa wierp mij een dodelijke blik toe. ‘We doen erg veel boodschappen, want dan hoeven we maar één keer per week,’  verklaarde ze. ‘Zie je die kratten bier, die drinkt papa helemaal op deze week.’ Ze lachte. Haar vader pakte haar arm en sleepte haar weg.