‘Voetbal is nummer één op de zingevingsmark,’ schreef Peter Wekking van Voetbal International ooit. Het stond in een voorwoord over een boek over David Beckham, in die periode beter bekend voor zijn gelikte kapsel dan zijn splijtende passes.
Ik vond het een mooie uitdrukking van Wekking; al is het wel een beetje treurig. Ik bedoel; je zal je identiteit maar ontlenen aan de resultaten van Ajax en dan maken ze Marcel Keizer trainer. Dat moet je niet willen.
‘Feyenoord mist zijn spiritueel leider’ was een kop in Voetbal International vorige week. Die spiritueel leider was dan Dirk Kuyt; en die vind ik dan weer zo aards als de stoeptegels in Amsterdam, oh sorry, ik moet zeggen: 020, Abcoude-Noord. Zonder leider Dirk, de plaatsvervanger van de dalai lama, verloopt de reis (ook al zo’n modieus jeukwoord) van Feyenoord dit seizoen chaotisch en teleurstellend. ‘Alles valt net de verkeerde kant op’ (moet ik weer aan de Titanic denken)
Voetbalclubs zijn tegenwoordig bedrijven met mission statements (we willen zoveel mogelijk potjes winnen) meerjarenplannen (strafschoppen worden zoveel mogelijk benut, de spitsen dienen de voorzetten niet meer op de paal te koppen).
Waar is de tijd gebleven dat voetballers elkaar lomp over de omheining schopten en daarna samen een biertje dronken. Wim Suurbier debuteerde bij Schalke en verklaarde later: ‘het is dat ik een been van een tegenstander gebroken heb, anders had ik voor niets op het veld gestaan’. Die wist wat hij stond te doen, maar erg spiritueel was het niet,