Het was een spannend en boeiend proces om de voorstelling ‘Souvenir van een vlucht’ te maken, samen met projectleider Veronique Hogervorst. De voorstelling ging over het Belgenmonument; het grootste en onbekendste monument van Nederland, vluchtelingen in de Eerste Wereldoorlog en nu. Ze heeft ongelooflijk veel en geweldig werk geleverd.
Ik doe mijn ogen dicht en ben terug op de plek en heb weer hetzelfde gevoel.
Een zondagmiddag bij het Belgenmonument. Veronique Hogervorst maakte opnames. De zon scheen. Mensen lieten hun honden uit. We maakten praatjes met hen.
De hemel trok dicht. Ik ging naar huis om een paraplu te halen. Later stonden we samen in de hossende, stromende regen. Ik hield de paraplu vast. Veronique voorkwam dat de camera omwaaide. ‘Dit is een cadeau voor het project,’ zei ze en begon stralend te lachen. We stonde tot onze enkels in het water.
Op een dinsdagavond filmden we het Belgenmonument. Er kwamen mensen langs, die verbaasd keken. Het was aardedonker.
Elke middag dat we bij het monument filmden, kwamen er een aantal keren groepen langs, die aan puzzeltochten meededen. Om de een of andere reden hadden ze altijd vreselijke haast. ‘Het antwoord is vier,’ riepen we dan. Dan ging bij hen het gas er op. De mensen keurden het gebouw geen blik waardig. De vraag was hoeveel bankjes staan er bij het monument.
In mei 2016 kreeg ik een ongeluk. Mijn gezicht lag helemaal open. Op mijn knie zat een diepe wond. Mijn linkerarm zat in een mitella. Ik herinner me allerlei zakelijke besprekingen, waarbij mensen heel bezorgd naar me zaten te kijken. Vooral toen mijn gezicht nog sprongen van de val vertoonde.
Ik herinner me dat ik onnadenkend een steile trap op liep en ineens bedacht: Shit, hoe kom ik ooit weer beneden. De afdaling nam een angstig half uur in beslag.
Veronique en ik gingen kennis maken met de familie Manla. Hun dochters speelden geweldig mee in de voorstelling. Ze vertelden hun verhalen. De volgende ochtend schreef ik zes gedichten over hun levensverhaal over hun vlucht uit Syrië.
Ik herinner me vooral dat de ouders bezig waren met een inburgeringscursus en dat het onderwerp Flevoland was. Kunnen jullie helpen met de antwoorden?’ vroegen ze. We dachten dat we dat konden tot we de vragen zagen. Mij is heel erg bijgebleven de vraag wat een student uit Mongolië het meeste bij zou blijven van een tentoonstelling over Lely. Ik had althans geen flauw idee. Elk antwoord was wel een beetje waar en plausibel.
Het was onduidelijk hoeveel publiek de voorstelling zou trekken. In de voorverkoop waren nog niet erg veel kaarten verkocht. De deuren van de zaal gingen open. Er kwamen veel mensen binnen. Ellen Schoenaerts zat naast me: ‘Waar haal je zoveel volk vandaan?’ fluisterde ze.
Maar wat ik me het meest herinner is dat we opnames van mijn gedichten maakten. Ik las een gedicht voor. Ineens begon er een sirene intens te huilen. Ik liet me vreselijk afleiden, maar las wel door. Ik dacht dat het onbruikbaar was. De creativiteit van Veronique zorgde dat ik ongelijk had…..