Ik zag gisteren een fascinerend videotje van Rita Verdonk voor haar partij Trots op Nederland. ‘De overheid neemt de hele tijd foute besluiten,’ stelde ze ferm. Dat is een conclusie die ik niet zou durven trekken. Ik vond het ook een merkwaardig argument. Ik ken haar alleen als minister en kamerlid. En ja, het kabinet en het parlement zijn best wel overheid en nemen ook besluiten. Op zich niet onsympathiek om je eigen onkunde zo te etaleren, maar geen reden om de volgende keer op zo’n persoon te stemmen.
Rita Verdonk is allang vergeten, dus dit filmpje is allang water onder de brug. Maar merkwaardig genoeg gebruiken politici nog steeds dit kreupele argument. Lodewijk Asscher, de nieuwe lijsttrekker van de PvdA, hoor ik steeds roepen dat hij de kans moet krijgen om voor een rechtvaardige arbeidsmarkt te zorgen. Hij was verdorie de laatste vier jaar minister en had dus alle kans om goed beleid te maken. Als hij geen invloed had, wie dan wel. Beleid is geen noodlot dat zo maar over ons spoelt. Mensen besluiten daarover en stemmen er mee in.
Hetzelfde geldt voor Wilders, die steeds roept dat hij geen invloed heeft. Als je zo lang in de kamer zit en je hebt geen invloed, doe je iets ernstig verkeerd. Dat is op zich al een reden om niet op zo’n persoon te stemmen.
De argumentatie is onzin. Dat politici denken dat ze met zulke argumenten stemmen winnen, is heel verontrustend.