Ik word niet snel boos, maar ik schoot spontaan in de rode vlekken van een brief van UAF. UAF is een club, die gevluchte studenten helpt. Ze vroegen geld, dat wil zeggen de voorzitter van hun raad van toezicht vroeg dat. Ik zag zijn kop op de enveloppe en dacht: Job Cohen, dit kan niet waar zijn. Ik weet eigenlijk niet wat me het meest ergerde: de lef van Job Cohen om zich als beschermer van vluchtelingen op te werpen of de domheid van UAF om de man te vragen.
In de tijd dat ik nog als journalist werkte, kreeg ik een telefoontje. Staatssecretaris Job Cohen kwam zijn nieuwe asielwet uitleggen. Voor de goede orde: dit is de wet die Verdonk later uitvoerde en haar de bijnaam ‘IJzeren Rita’ opleverde. Het belangrijkste punt van de wet was dat uitgeprocedeerde asielzoekers op straat gezet, zonder rechten, compleet vogelvrij. Ik ken kleuters die op grond van deze wet een asielcentrum uit zijn gezet en een paar weken onder de brug geslapen hebben. Kortom, een heftige wet, waarmee ik overigens in het geheel niet mee eens was.
Na zijn presentatie deed ik een interview met Cohen. Hij was bureaucratisch, strak, denigrerend over asielzoekers en neerbuigend tegen mij. Hij moest de statistieken verbeteren. Wat er verder met die mensen gebeurde, boeide hem volkomen niet. Vragen over de menselijke kant vond hij belachelijk. Kortom, ik vond job Cohen een nare, koude, bureaucratische, harteloze man. En uitgerekend deze figuur stuurt mij een bedelbrief waarin hij de lofzang zingt van de kwaliteiten van vluchtelingen en dat we ze moeten helpen. Geert Wilders als fondsenwerver voor de plaatselijke moskee zou geloofwaardiger zijn. Ik heb UAF in de loop van de jaren gesteund. Ik wil mijn centen terug.