Elke keer als ik het programma ‘De slimste mens’ zie, moet ik aan Pino uit Sesamstraat denken. In het najaar van 1989 volgde ik de werkgroep ‘De invloed van de Amerikaanse cultuur op de Nederlandse’, gegeven door Maarten van Rossem. Hij was toen nog geen media-persoonlijkheid, maar op de faculteit Geschiedenis in Utrecht wel een bekende spreker vanwege zijn recalcitrante humor.
Ik deed met twee vrienden naar de politieke achtergrond van Sesamstraat. We bezochten de redactie in Hilversum, kregen een stapel afleveringen mee. In december gaven we een presentatie aan onze medestudenten en van Rossem. We vertelden twee uur lang over de invloed van het programma op de tere kinderziel.
Na het eerste uur ging iedereen koffie drinken. Van Rossem sjokte de collegezaal binnen, wierp een mistroostige blik op ons en sprak: ‘Ik ga naar huis, Rambo kijken. Nog een uur met die klote blauwe vogel trek ik niet. Jullie krijgen een dikke voldoende.’