‘Ik kook mijn vallen in een soep van sparblokken. Dan ruiken ze lekker.’ Ik fietste een stukkie op de sportschool. Er stond een tv aan met een programma over inwoners van Alaska. De soepman keek de camera in en vond zichzelf wijs. Ik vroeg me af: wie komt op de gedachte hier een programma van te maken en wie zendt dit nou uit?
Op de terugweg hoorde ik een babbelprogramma op de radio. De presentator moest een analyticus van het WK atletiek aankondigen, maar, mijn hemel, wat een gestuntel werd dat. Voor wie niet weet wat een analyticus is. Mensen gaan hardlopen. Dan zit er een man langs de kant, die aankondigt dat ze gaan starten en die vertelt dat de sporter, die het eerst over de eindstreep kwam, de winnaar is. Een analyticus bekijkt na afloop de beelden en bevestigt dat ze hardgelopen hebben en dat de winnaar inderdaad de persoon was die als eerste de lijn passeerde. Een eerzaam beroep, niet voor iedereen weggelegd.
Daarna kam een stadionspeaker, die de uitslag van een voetbalwedstrijd moest voorspellen. ‘Ik weet natuurlijk ook niet wat er gaat gebeuren’, legde hij uit. ‘Het is een enorm cliché, maar het blijft koffie kijken.’