Ik denk vandaag aan het boek ‘Live’ van Charles Groenhuijsen en Ad van Liempt. Ze beschrijven allerlei problemen met live-uitzendingen. Een groot dilemma is het stoppen van een live-uitzending. Als je eenmaal het besluit genomen hebt, kun je moeilijk terug. Soms valt bijvoorbeeld de gebeurtenis tegen en dan zit je uren naar niets te kijken. Niemand wil afbreken, want er kan altijd iets spannend gebeuren; natuurlijk net als jij gestopt bent met uitzenden. Een beroemd voorbeeld is het open van de kluis van Al Capone. Dat leek heel spannend, maar was helemaal niets.
Hetzelfde geldt voor de lockdown. Wanneer moet je stoppen? Wat doe je als het aantal besmettingen daarna toch weer oploopt? Krijg je dan niet het verwijt dat je met mensenlevens gokt; natuurlijk van mensen die zelf het besluit niet hoeven te nemen.
Het is lastig het goede moment te kiezen. We kunnen niet in de toekomst kijken. De Italiaanse regering staat bijvoorbeeld voor een onmogelijk keuze. Ze kunnen niet oneindig de mensen in hun huizen laten zitten, maar het virus woedt. In Nederland is het allemaal wat minder heftig, maar ook hier geldt dat wij niet oeverloos thuis kunnen blijven zitten. We moeten weer aan de slag. We willen weer mensen zien, uit eten, sporten en dat soort dingen. Het is belangrijk dat we weer fietsen, lopen en voetballen, anders worden we weer ziek van een gebrek aan lichaamsbeweging. Het is een lastig vraagstuk. Ik ben benieuwd wanneer de regering het weer aan durft.