Ik ontmoette laatst iemand die was levensdoel therapeut. Er zijn voldoende mensen die menen dat het leven zin en doel heeft, dacht ik. Goed, dat iemand ze van dat waanidee afbrengt. Dat is nobel werk.
Ik kreeg spontaan zin om Gauloisses op te streken, visnetten op te hangen in mijn kamer en rode wijn te drinken. Miles Davis begon in mijn hoofd trompet te spelen, hele coole jazz. Helemaal te Jean-Paul Sartre, weet je wel.
Maar nee, het ging erom doelen in het leven te realiseren door kleine stapjes te doen en haalbare doelen te stellen, ja zeker, haalbare doelen. Weg de vlucht van de geest, de onmetelijke afgrond van kolkende hersenspinsels van personen, die gedachten hebben zoals andere mensen pijn.
Een levensdoel is thee drinken met de buurvrouw, hoe bereikbaar, het huis aan de kant maken en jezelf ontwikkelen, zodat je van de zwarte gedachten afkomt.
Ik geloof dat Sartre mij meer aanspreekt. De hel, dat zijn de anderen, vooral levensdoel therapeuten.