Okay, ik zal dus ongeveer vertellen hoe het precies gegaan is. Ik moest naar het ziekenhuis om te revalideren. Er zijn twee goede routes. Bij mijn favoriete kondigen ze al weken aan dat ze aan de weg gaan werken, maar nop. Nou, vanochtend waren ze begonnen. Er was een krappe omleiding en de tractor voor me kon daar bijna passeren, echt bijna, het scheelde niet veel, maar net genoeg.
Ik reed uiteindelijk verder en werd geconfronteerd met een wegopbreking. Er zijn mensen die dat lekker veilig aankondigen. Deze wegwerkers hielden van spanning. Na mijn revalidatie ging even een kop soep eten. Er kwam een onbekende vrouw naast me zitten. ‘Kijk,’ zei zij. ‘Dit is mijn schoonvader in batmanslip.’ Ze wees naar haar telefoon. ‘Goh’, antwoordde ik. Op de parkeerplaats werd ik bijna aangereden door iemand die gas gaf zonder te kijken.
Ik besloot de andere route te nemen. Vlak bij het ziekenhuis viel een vrouw hard van haar fiets. Ze had twee voordelen. Er waren veel mensen om haar te helpen. De spoedeisende hulp was 100 meter verderop. Daarna ging de brug open toen ik er aan kwam. Er voeren veel bootjes. De politie begon ineens een grote controle voor auto’s met aanhangwagentjes. De brug sloot weer. Ik reed 100 meter en zag een jongen van zijn fiets vallen. De zwaartekracht was heftig vanmorgen.
Daarna passeerde ik een wegopbreking, die niet aangegeven werd. En een bord voor wegopbreking, die er niet was. Een stadsbus reed bijna tegen me. Een vrachtwagenchauffeur parkeerde zijn auto in een bocht van een doorgaande weg. Als ik een paar oranje pilonnen neerzet, is het wel goed. Toen ik bijna thuis was, reed er iemand een oprit af en reed bijna mijn deur binnen. Dat was vanochtend en nu moet ik weer weg. Zullen jullie aan me denken?