Leusden kent het verschijnsel ook: hanggroepjongeren. Toen ik jong was, klaagden leeftijdgenootjes al dat er niets gebeurde. Ik zou het niet weten; ik was altijd aan het schrijven en lezen. Het hoefde van mij niet zo groots en meeslepend.
Bij mij in de buurt is een aantal bruggetjes en daar staan soms jongeren op. Als ik aan kom lopen, stappen ze opzij en zeggen: ‘Sorry, meneer, we willen u niet storen’.
Vroeger gebeurde er blijkbaar niet zoveel in het dorp. Met corona ligt het leven van de jeugd helemaal stil.
Ik liep een parkeergarage binnen en daar stonden ze; hanggroepjongeren en ze rookten samen wiet, de boefjes. Iedereen nam een trek en gaf de sigaret daarna weer door: ‘we blijven op anderhalve meter afstand, hoor, meneer’, riep eentje naar mij. En na een haal zette ieder weer een mondkapje op…