Op tv zag ik een kleuter, die volkomen in paniek was. Hij wilde vluchten. Soldaten in de loopgraven van de eerste wereldoorlog, die hoorden dat er een gifgasoorlog kwam, reageerden rustiger op hun lot. Het jongetje raakte volkomen de weg kwijt, omdat iemand hem vroeg een stukje zalm te eten. Die vis was gevangen, gefileerd, ontgraat, ontvelt, gebakken en op een bord gelegd. Voor mij zag de moot eruit of die nog wel een tijdje dood zou blijven. Die jongen deed of het beest hem elk moment aan kon vallen.
Het programma gaat over producten die kinderen niet lusten en dan zouden ze die wel moeten proberen. De redactie heeft een simpele klus. Die kinderen lusten niets. Ze houden zich gelukkig wel aan de schijf van vijf: pasta, pizza, patat, pannenkoeken en hamburgers. Vroeger lustte ik ook bepaalde dingen niet, maar ik raakte niet in blinde paniek als iemand mij vroeg een stukje kaas te eten.
Ik zag een vader van een meisje van 3. Hij vertelde: ‘we gaan eten en dan zegt ze dat ze een draak in haar buik heeft, die zegt dat ze geen groente moet eten’. Hij keek even de camera in en sprak: ‘Dat is zo schattig’.