Ik stond wortel te schieten in de apotheek, nog lang niet aan de beurt. Een oudere dame was aan de beurt en duwde haar rollator naar de balie. In haar ogen schemerde een verwachtingsvol lichtje. Ze vroeg om haar medicijnen en kreeg die snel aangereikt. Een zucht ging door de rij wachtenden. Ineens pakte de vrouw een plastic zak met een paar onhandig grote dozen. ‘Kijk, deze heb ik over. Nu geeft u mij nu weer nieuwe,’ zei de dame. ‘Kunt u deze terugnemen?’ De apothekeresse sloeg haar ogen ten hemel. Ze had net alles in gescand.
‘Ik heb het er met uw collega over gehad. Zij zei: ‘neem die medicijnen de volgende keer maar mee. Ik kan ze niet zo crediteren.’ Dat zei ze,’ vertelde de vrouw. Ik zag haar spanning. Zo direct zou iemand gaan crediteren, live, gewoon voor haar ogen. De apothekeresse keek of ze uitgenodigd was een tripje in een ufo te maken. ‘Kijk, dit zijn de medicijnen. Die kunt u nu crediteren. Dat zei uw collega.’ De vrouw achter de balie keek in het rond. Geen college was van plan te gaan crediteren.  ‘U kunt crediteren, dat beloofde uw collega.’ De vrouw achter de balie trok haar staartje recht. ‘Uw collega zei: ‘ik kan niet crediteren, u wel’. Enkele wachtenden overwogen zelfmoord te plegen. ‘U gaat toch wel crediteren. U zou crediteren. Dat beloofde uw collega.’ ‘Neem maar mee. Het is goed zo,’ zei de vrouw achter de balie. De dame zette sip haar spullen terug en strompelde weg. Ik liep naar de balie en overwoog een grapje. Toen zag ik de blik in de ogen van de dame achter de balie…