Elke keer als ik haar
borsten streelde,
voelde zij het hellevuur
aan haar hielen likken.
Sommige mensen zijn
alle zonden waard.

Maar dit vond zij een
te zware prijs. ‘En laten we
wel wezen, zo’n goeie
minnaar ben je nu ook
weer niet’, zei ze en draaide
haar hoofd weg voor mijn tong.

Ze zat gevangen in
een wachthuisje voor de
bus van verlossing of
verdoemenis; de
dienstregeling vertelde
niet waar de reis heenging.

Het is ook wel een zware
prijs, voor eeuwig in de
poelen van verderf door
één tongzoen van mij,
al heb ik mooie ogen en
kan ik lekker tongen.

‘Jezus vergeeft je zonden,
maar één keer’, zei haar ma.
Mijn vriendinnetje vroeg dat
jaren geleden. Door de
kriebel in haar kruis, neukte
ze zich een weg naar het hellevuur.

Ze dacht dat ze spijkers in
Jezus’ handen sloeg elke keer
als ze haar slipje uitdeed. Elke
keer een orgasme van pijn.