Gemeenteraadsvergaderingen zijn best leuk voor de raadsleden. Ze mogen meepraten en na afloop een biertje drinken en wat snacken. Ze trekken mooie kleren aan en zeggen dingen als ‘dank u wel, meneer de voorzitter’. Een nadeel is dat je soms iets moet vinden van een onderwerp,om het heel ruw te zeggen; een standpunt moet innemen. De éné fractie is daar behendiger in dan de andere. Ik heb het meegemaakt dat een fractie een motie indiende om een voorstel te veranderen. Eigenlijk was dat best een slimme motie, dus stemde iedereen voor, behalve de fractie die de motie indiende. Is dat erg? Nee hoor. Vergroot het je geloofwaardigheid? Dat dan weer niet.
Ook een klassieker: tijdens een gemeenteraadsvergadering brak er ineens paniek uit bij een fractie, toen ze zagen dat een bepaald punt op de agenda stond. De woordvoerder legde uit: ‘ik weet zeker dat we over dit onderwerp een mening hebben, maar niet wat dat is’. Ja, zal je net zien; degene met het standpunt was ziek. Is dat erg? Zie boven. Deze politici losten het inventief op. Ze stemden voor en gaven als stemverklaring dat ze tegen waren. Zaten ze altijd een beetje goed.
Je hebt geen hoge pet op van het gemiddelde gemeenteraadslid, begrijp ik Gerhard. Maar het is we het democratisch systeem dat we hebben. En wat doe je zelf? Toch fijn dat iedereen – jij ook dus – eens in de vier jaar zichzelf kan kandideren om zelf een rol te spelen in een gemeenteraad. Niet alleen schreeuwend of klagend langs de zijlijn, maar gewoon in het veld. Of richt je eigen partij op en verander waar je jezelf zo aan ergert of breng iets tot stand waar je voor wilt gaan. Scepsis is soms op zijn plaats, maar het is niet het volledige verhaal, denk ik.