De Kloof is een roman, dus fictie, die in Amersfoort speelt. Ik ben een historicus, gefascineerd door ideeëngeschiedenis. Het boeit me enorm dat in diverse tijdvakken mensen heilig in bepaalde ideeën geloofden, terwijl wij nu denken dat die onzin waren.

Op grond van die ideeën werden mensen buitengesloten, vervolgd of vermoord. Ik las een aantal geschiedenisboeken over dit proces en de conclusie van de hooggeleerde heren was dat deze uitsluiting altijd en overal weer de kop op kon steken. En dat mensen in elk willekeurig verhaal kunnen geloven, als hen dat goed uitkomt. Dat is de kerngedachte en het thema van deze roman.

Waarom speelt het verhaal in Amersfoort? Het leek me interessant om dat proces te beschrijven, alleen is de Nederlandse schaal te groot. Amersfoort heeft de goede schaal en in deze stad gaat het regelmatig over ‘echte Amersfoorters’ en nieuwkomers, zoals in wel meer plaatsen.

Ik ken Amersfoort goed. Ik heb hier zeven jaar op de middelbare school gezeten. En ik heb een jaar of zes de redactie en verslaggeving voor De Stad Amersfoort gedaan. In die tijd viel het me op dat ‘echte’ Amersfoorters altijd twee onderwerpen als toetssteen namen. Begrijp je waarom de bloemenmarkt op ’t Havik gehouden moet worden en niet op het Onze Lieve Vrouwe Plein? Snap je waarom het Annie Brouwer Plantsoen een schande is?

Als je het snapt ben je een echte Amersfoorter, (je mag ook lezen, echte Nederlander of je eigen voorkeursgroep) en snap je het niet dan hoor je er niet bij. In de roman worden de niet-echte Amersfoorters op een bepaald moment in hun rechten beperkt, omdat ze niet aan deze voorwaarden voldoen.

In mijn tijd als verslaggever had ik het voorrecht dat ik de Amersfoortse politiek op de voet mocht volgen. Het was altijd een groot circus met ruzies en gedoe over belangen. Veel is er nog niet veranderd. De Amersfoortse politiek speelt dan ook een belangrijke rol in het boek. Amersfoort staat in dit verhaal model voor Nederland en misschien zelfs wel voor de wereld. De Amersfoortse politiek is altijd een voorloper in allerlei ontwikkelingen geweest. Ze hadden al populisten, toen Wilders nog keurig bij de VVD zat. Dus de Amersfoortse politiek staat model voor de politieke beslommeringen met persoonlijke vetes en veel gedoe.

Veel mensen vragen me of er autobiografische elementen in het boek zitten. Ik heb het manuscript 18 keer herschreven. In eerdere versies stonden inderdaad een aantal autobiografische anekdotes in. Mijn uitgever, Lex Jansen, las mee met mijn vorderingen. Bij de waargebeurde passages schreef hij steeds: ‘en nu maar hopen dat de lezers het geloven, want ik ben afgehaakt’. Amersfoort heeft blijkbaar een verbazingwekkende politieke cultuur.

Dus hebben de meeste autobio stukken de eindstreep niet gehaald. Door die stukken ging de vaart uit het verhaal en raakte de constructie van het plot in de war. Ik ben best eigenwijs, maar als een ervaren uitgever mij goedbedoeld advies geeft, ben ik geneigd dat in ieder geval te overwegen.

Er staat een stukje in met gedoe over microfoons in een raadsvergadering, dat is echt gebeurd.

Voor Amersfoorters, al dan niet ‘echt’, is het leuk dat het verhaal speelt op bekende plekken, zoals De Hof, ’t Havik, het Stadhuis, de Langestraat, de Kersenbaan, het Eemplein, in café Van Santen om er maar een paar te noemen.

Ik hou van boeken, die in een specifieke plek spelen. Ik noem Maassluis of Ystad. Die plaatsen staan ook voor een  groter geheel. Ik zou ook Aracataca kunnen noemen, maar dat is een beetje erg onbescheiden.

De lezers reageren over het algemeen heel enthousiast op het verhaal. Ze vinden dat het verhaal goed in elkaar zit en spannend is. Uit hun reacties begrijp ik dat de hoofdpersonen echt voor hen zijn gaan leven. En dat is het grootste en mooiste compliment dat ik kan krijgen.

De hoofdpersonen in het boek: de politiek correcte, woke Ruben Kooistra en de populist John Keizer zijn er allebei van overtuigd dat zij goede mensen zijn en dat ze goede dingen voor de stad en de wereld wensen en doen.

Er staat nu eenmaal nooit iemand uit zijn bed op met het idee dat hij rottige dingen gaat doen en dat hij die dag een rotzak zal zijn. Er zijn altijd wel verhalen waar mensen in geloven en die als een excuus voor welke uitspatting dan ook kunnen gelden. En merkwaardig genoeg vindt men steeds mooie en voor hen geloofwaardige redenen waarom bepaalde dingen gedaan moeten worden.

Ik was al lang aan het schrijven en heb een aantal dichtbundels uitgegeven, poëzieprojecten gedaan en zo meer. Een roman schrijven wilde ik al heel lang.

Alleen hoe schrijf je een verhaal dat niet vreselijk ontspoord? Dat overkwam mij in voorafgaande pogingen steeds.

Ik heb een aantal goede handboeken gevonden, van bijvoorbeeld Syd Field en Lisa Cron, die me erg hebben geholpen. Al was het alleen maar met de constatering dat elke schrijver weleens een verkeerde afslag neemt en in een groot en donker verhalen bos verdwaalt. Ze gaven me ook de middelen om het verhaal weer de goede kant op te sturen.

Verder heb ik veel geleerd van dvd’s waarop filmregisseurs uitleggen hoe hun verhaal in elkaar zit en waarom ze bepaalde keuzes hebben gemaakt. Dan dacht ik: als zulke ervaren mensen weleens in de problemen komen, kan het mij ook overkomen. Dat gaf me de moed weer verder te gaan.