De jury heeft dus gesproken over de gedichten. De schrijvers van de beste tien gedichten zijn uitgenodigd. Maar dan moet je nog een zaal hebben om gedichten voor te dragen. Dat lijkt simpeler dan het is. In de loop van de tijd heb ik op zoveel plekken voorgedragen dat ik wel snel zie of een plek geschikt is of niet. Een zaal langs een spoorlijn, waar om de 30 seconden een trein langs komt. Ik ben geen fan.
Een plek waar een nijvere uitbater een groot, ingewikkeld koffieapparaat heeft neergezet waarmee hij aanstellerige koffies en ingenieuze theetjes kan zetten. Vergeet het maar. Je kunt afspreken dat hij tijdens een gedicht geen suizend, gorgelend geluid produceert en van de espressoknop afblijft. Hij houdt zich niet in aan de afspraak. Ook een zaal waar mensen in een uit kunnen lopen, op weg naar oorden die niets met de dichtbijeenkomst te maken, dat is geen goed idee. Ik vind het enig als een kleuterklas spontaan in gezang uitbarst. Maar tijdens een voordracht werkt dat toch wat minder.

De Openbare Bibliotheek in Leusden heeft een goede plek. Er kunnen voldoende stoelen in. Er zijn geen geluidsspugende apparaten. Bovendien helpen de Bibliotheken Eemland met publiciteit, posters, plek op hun site en in de nieuwsbrief. Dat is fijn.