Ik heb Nobelprijswinnaar Bob Dylan één keer zien optreden in Vredenburg in Utrecht. De meester was volgens de deskundigen in een goede bui. Hij lachte één keer tijdens het concert. Hij zong niet zo vreselijk vals en leek zich af en toe bewust dat er publiek aanwezig was. Kortom, indrukwekkend om een held te zien.
Zijn fans zijn me vooral bij gebleven. Ik stond naast een clubje, dat de man tijdens zijn tour volgden. Zij maakten zich over één ding druk. Welke nummers ging Bob (zij mochten Bob zeggen) spelen. Ze hielden nauwkeurig bij wat hij deed. Ze kenden de speellijsten van vorige optredens uit hun hoofd. Voortdurend waren ze aan het discussiëren wat het volgende nummer zou zijn. Het interesseerde hen geen ruk, wat hij nu speelde. Het volgende nummer daar ging het op. Na de laatste toegift verlieten ze blij de zaal. De baas had het weer volbracht. Er was een nieuw gespreksonderwerp: met welk nummer gaat Bob morgen beginnen.