Mijn moeder baalt er vreselijk van dat ik niet meer op bezoek kom. Ze verzint allerlei manieren waarop we elkaar toch kunnen ontmoeten. Ze is heel inventief. Een leuke vind ik dat ze naar buiten komt en dat we dan samen gaan wandelen. Ik mag niet naar binnen en zij wel naar buiten. Maar dan mag het nog steeds niet en is het gevaarlijk. Af en toe vraagt ze zich af waar die politici zich nu toch mee bemoeiden. ‘Ze doen hun werk en het is gevaarlijk,’ zeg ik dan. haar commentaar schrijf ik maar niet op. De kabinetsleden hebben het al zwaar. Het is goed dat ze haar toon niet horen.
Regelmatig waarschuwt ze me dat ik op moet passen. ‘Er schijnt iets engs te gebeuren. Je moet niet ziek worden.’
Een paar geleden wist ze de oplossing: ‘dan bel je Mark Rutte toch even’. Ik verwachtte niet dat hij tijd voor me zou hebben, maar ik was wel benieuwd wat ze van mij verwachtte. ‘Dan zeg je, dat je mij graag wilt zien en dat je het gewoon gaat doen. Jij bent belangrijker dan die Rutte.’ Het is fijn om te weten hoe ze de verhoudingen inschat…