‘Ik kom naast u zitten. dan heb ik vandaag ten minste één vriend gemaakt,’ zei een vrouw tegen me bij de U-slam een paar jaar geleden. Ze kwam uit Leuven en was helemaal alleen. Nogal een onderneming vond ik, want bij de U-slam beslist het publiek wie door mag gaan naar de volgende ronde. Zonder vrienden is dat nogal een onderneming. Ze was er nogal laconiek onder. Ze zei dat ze Lotte heette, Lotte Dodion.
Mijn optreden maakte weinig indruk op de aanwezigen, dus lag ik er al na de eerste ronde uit. Lotte zei nog wat aardige dingen over mijn voordracht, die gemeend klonken. Lotte haalde fluitend de finale. Ik herinner me dat ze ‘Vuur’ voordroeg en ‘Houston, we have a problem’. Ze won en kreeg een rode roos van me, traditie in Utrecht. We hielden een beetje contact. Ik zag dat ze snel succes kreeg. Natuurlijk, want ik vind haar erg goed.  Ik kocht haar debuut en zag dat haar slamgedichten ook op papier werken. Toch wel bijzonder.
Veronique Hogervorst stelde voor om Lotte te betrekken bij ‘Souvenir van een vlucht’. Ze wilde meedoen en een nieuw gedicht schrijven.
Ik vind dat nieuwe gedicht echt geweldig. Ze komt dinsdag voordragen, vandaag doet ze nog mee aan Crossing the Border.
Gedichten van haar en mij staan in de bundel ‘Souvenir van een vlucht’. Die bundel is dinsdag te koop bij onze voorstelling. Daar kun je handtekeningen van mij en belangrijker van Lotte krijgen. Dat wordt een collector’s item, ik weet het zeker. Geloog me, ze wordt een grootheid, nee, dat is ze al.