Een formule 1 race, die stil gelegd wordt omdat het te hard regent; mooiere televisiebeelden bestaan er niet. De coureurs moeten terug naar de pitstraat en klimmen uit hun bolides. De macho-mannen stralen uit dat ze balen. Zij zijn gekomen om te racen en dan krijg je dit. Ze zien er verongelijkt uit. Al die goedgetrainde atleten staan dan in de pits (formule 1 is lichamelijk en geestelijk een zware sport) en dan staat er een assistent bij die de paraplu voor de coureur vasthoudt. Dan vraag ik me af: kan die gast wel met 320 kilometer per uur langs een muur racen, maar niet zijn eigen regenscherm vasthouden? Krijgt hij dan een lam handje? Smelt hij in de regen? Ik vind het een fascinerend gezicht. Alles in de Formule 1 is beeldvorming en stoer mannen gedrag en dan ineens dit….

 

Over dit beeld schreef ik ooit dit gedicht

Echte mannen in de formule 1

‘Ik wil een echte man,’ zegt ze.
Haar ogen spiegelden mijn
modderhoofd. ‘Zo’n coureur,
die zijn leven waagt.’

Ik herinner me een race in
Azië. De regen spoelde neer.
De auto’s stonden samen stil
als een kudde verzopen schapen.

Bij elke coureur hield een assistent
paraplu boven zijn hoofd. De heertjes
mochten niet moe worden. Ze moesten
straks misschien nog crashen.

Alleen Mark Webber droeg zijn eigen
regenscherm. Hij zat mompelend
eenzaam in een modderpoel. Hij begreep
niets van rol in deze wereld.

In jouw spiegelpaleis waar niets is
wat het lijkt en mannen watjes blijken,
voel ik me dikwijls Mark Webber, verlaten
mompelend tot mijn knieën in de drek.