Zegt de naam Nikolaj Tsjernysjevski je iets? Ik moet eerlijk toegeven dat ik ook moeite heb hem te onthouden. Maar het is een fascinerende man, die grote invloed op de werldgeschiedenis heeft gehad.
Zijn verhaal bewijst ook dat censuur niet werkt. En dat het lastig te voorspellen wat het effect van bepaalde boeken en daden zal zijn.
Rusland kende in de 19e eeuw een strenge censuur. Alles wat de positie van de tsaar en de kerk aan kon tasten werd verboden. Meestal werden gevaarlijke boeken dan toch wel illegaal onder geïnteresseerden. Gevaarlijk was dat wel, want je zat zo in Siberië.
Op een dag lag er een boek van Karl Marx op de tafels van de heren van de censuur. Het heette ‘Het Kapitaal’. Wat een suf boek, dachten de mannen. Dat kunnen we wel laten vertalen. Nou is dat boek inderdaad niet de meest boeiende tekst om te lezen. Het is geen opruiende of ondermijnende tekst, die zorgt dat de lezers met brandende fakkels op barricaden gaan staan.
Merkwaardig genoeg sloeg het boek enorm aan in Rusland. Marx voorspelde dat na de industrialisatie de ellende zo groot zou worden dat er een communistische heilstaat zou komen. In Rusland was eigenlijk geen fabriek te bekennen, dus was deze droom van de heilstaat een stip op een verre horizon. Toch begonnen jonge mannen het boek te lezen.
Ivan Toergenjev schreef ‘vaders en zonen’ over het generatieconflict tussen goed bedoelende ouders en de nihilistische jeugd. Dat irriteerde bovengenoemde Nikolaj dan weer en hij publiceerde ‘Wat te doen’. Het was het verhaal van een beroepsrevolutionair, die alleen maar vlees eet om sterk te worden en op spijkerbedden slaapt.
Een lofzang op een revolutionair; je zou denken dat de bij de heren van de censuur alle alarmbellen af zouden gaan. Dat was dus niet het geval. Ze vonden de roman dermate slecht geschreven dat ze zich niet voor konden stellen dat iemand het hele boek uit zou lezen. En laat ik eerlijk zijn, de passages die ik ken zijn bepaald niet groots en meeslepend.
Soms is de boodschap belangrijker dan de stijl. De Russische jonge mannen lazen het boek. Ze gingen allemaal voor de revolutie werken. De bekendste was Lenin, die zijn leven modelleerde naar de hoofdpersoon van dit boek. Hij leefde als een asceet en deed krachttraining. In 1906 publiceerde Lenin een manifest dat ‘Wat te doen?’. Dat zorgde voor veel oproer.
Het boek wordt gezien als het eerste of tweede signaal (als je Toergenjev meerekent) dat de revolutie er aan kwam.
Uiteindelijk brak de heilstaat in Rusland in 1917 uit. Ik geloof dat tot 1945 zo’n 50 miljoen mensen het leven lieten in de perikelen rond de revolutie. Ik geloof dat Lenin sprak: We stropen de huid van de mensheid af. Daarvoor heb je stalen zenuwen nodig. Dit citaat was waarschijnlijk niet door de censuur gekomen…